Benedikte Van Eeghem (°1978) werkt als communicatiedeskundige en freelancet als moderator en copywriter. Ze interviewt auteurs, kunstenaars en mensen uit het socioculturele werkveld. Als moderator is ze geregeld betrokken bij maatschappelijke en sociale debatten. Ze is moeder van twee tieners en leeft met een aangeboren beperking. Benedikte draagt haar steentje bij aan EACD+ via copywriting en blogposts. "Ik beschouw mezelf niet als 'beperkt', maar ik leef wel met een gedeeltelijke verlamming", zegt ze daarover. "Door mijn getuigenissen wil ik lezers een inkijk geven in hoe het voelt, als je lichaam minder goed functioneert dan bij anderen. Soms kijken mensen eroverheen of hebben ze er een erg eenzijdig beeld van. Toch 'ben' ik mijn beperking niet, ik heb ze gewoon, en verder leef ik voluit zoals iedereen dat liefst doet." 📸 Carlos Longueville Reis rond de wereld Alles lijkt onmetelijk groot als je zelf klein bent. Treden komen tot aan je knie. De Efteling is groter dan België. Klimrekken reiken hoger dan de hoogste boom die je ooit zag. Vooral die klimrekken. Daarbij ervoer ik als kind een panische angst, iedere keer opnieuw. Op speeltuinen ontweek ik ze vakkundig, schommels of een eenvoudige draaimolen waren al leuk genoeg. Daarop heb je tenminste een béétje voeling met de grond onder je voeten. Maar bij de kinesist was er geen ontkomen aan. Ik moest het klimrek op voor stretching, week na week, en ook in de turnles klauterden we vaak van het ene rek naar het andere. ‘Reis rond de wereld’, heette zo’n traject. Zelfs al voer je dat maneuver in het eerste leerjaar hoogstens op de tweede of derde sport van een klimrek uit: voor mij voelde het als sterven. Ik had maar één sterke arm en één sterk been om me vast te houden. De rechterkant van mijn lichaam is sinds mijn geboorte gedeeltelijk verlamd en biedt minder kracht en evenwicht. Tijdens die bescheiden reisjes rond de wereld ‘in turnbroek’ dacht ik altijd dat ik boven een ravijn hing. Type Grand Canyon, met een onmetelijke diepte onder me en een waanzinnig valrisico. De sporten van het rek vastgrijpen, was een titanenklus. Mijn rechtervoet op zijn plek houden, kostte waanzinnig veel energie en concentratie. En die blauwe matten 30 centimeter lager maakten geen verschil. Ik maakte een wereldreis boven een gapende, donkere oceaan en dacht eigenlijk maar één ding: ik wil naar huis. Dat gevoel is me achtervolgen, telkens als er op de lagere school gesport werd. We spreken over de jaren ’80 van de vorige eeuw. Inclusief turnen voor kinderen met een beperking was nog geen hot topic. Zelfs al bedoelde het gros van de leerkrachten het goed en kreeg ik begrip en beweegruimte: ik wou tijdens de turnlessen liefst verdwijnen. Niet gedurig geconfronteerd worden met een lichaam dat sporten bemoeilijkt. Zo ging het ook bij de evenwichtsoefeningen op een omgekeerde Zweedse bank. Als maar één van je beide benen het goed doet, lukt het niet sierlijk over die smalle balk te balanceren tot aan de andere kant. Ik was geen Nina Derwael, om het met een knipoog te zeggen. Maar gelukkig was er Frank. Een zachtaardige en eerlijke kerel, een jaartje ouder dan ik, met wie ik in de graadsklas zat. Frank trok zich van criticasters of fronsende leerkrachten niet gek veel aan. Als hij vond dat ik hulp kon gebruiken, sprong hij gewoon recht vanaf de kant en kwam hij me tegemoet. Zeker als de Zweedse bank op het programma stond. Meer dan eens heeft hij me op het smalle balkje geholpen, me mijn evenwicht laten zoeken en één hand stevig vastgehouden, tot ik aan de overkant was. Bene op zijn arm laten leunen? Dat kostte geen moeite. Misschien omdat hij het zelf knap lastig had met leren, terwijl ik met theorie geen problemen had. We vulden mekaar aan en hielpen waar het nodig was. Frank zag geen drempels wanneer ik boven mijn ‘ravijn’ hing. Hij zorgde voor zekering, waardoor ik zonder kleerscheuren mijn wereldreis overleefde. Er waren op zulke momenten geen beperkingen. Alleen twee kinderen die mekaar een duwtje in de rug gaven. Anno 2024 turn ik niet echt meer. Ouderschap en werk zijn mijn nieuwe gymnastiek en de reis rond de wereld aan een klimrek behoort tot een ver verleden. Maar dit gevoel heb ik wél onthouden: mee kunnen en mogen sporten op school, is meetellen op school. Dat voel je, zelfs al ben je nog maar een kind. #eacdplus #EACD #eacd2024 #beperking #sport #inclusie Foto: Unsplash De pinguïnspalk Ik beken: ik heb een boontje voor de film Forrest Gump. Er is het prachtige acteerwerk van Tom Hanks en de briljante soundtrack. Daarnaast heeft het personage Forrest een hoop beperkingen, maar tegelijk een danig veel wilskracht, dat niks onmogelijk is voor hem. Hij loopt in de film van East Coast tot West Coast en helemaal terug, omdat hij daar zin in heeft. Fautle faire. Dat lopen zit trouwens in de hele film verweven. Als kleine jongen zet Forrest zijn eerste stapjes al sukkelend, met twee immense spalken die de dokter aangespt. Anders dreigen de benen van de kleine rakker verkeerd te groeien. Ik heb ‘Forrest Gump’ in de voorbije dertig jaar minstens zes of zeven keer bekeken. En telkens wanneer ik het ongemak zie waarmee Forrest met spalken begint te bewegen, denk ik: oef. Driewerf oef zelfs, omdat ik zulke ‘gedrochten’ zelf niet hoef te dragen. Of beter: hoefde. Ondanks een gedeeltelijke verlamming en een rechterbeen dat niet goed werkt, redde ik het altijd zonder hulpstukken voor mijn mobiliteit. Maar een paar jaar geleden werd het ‘pijnlijk’ duidelijk dat het met mijn voet en been niet de goede richting uitging. Ik stapte door een peesverkorting al decennia niet zoals het hoort. Door de jaren heen raakte mijn rechtervoet aardig vergroeid. Om de achillespees toch op lengte te houden, kreeg ik op mijn 42 plots een spalk en voetopheffer voorgeschreven. No escape. Forrest ‘Bene’ was plots een feit. Zelfs al hoefde die spalk alleen ’s nachts om: ik beschouwde het ding aanvankelijk als een vervelende indringer. Niet mijn wereld, dank u. Maar toch besloot ik de uitdaging een positieve twist te geven. Ik wou vooral geen spuuglelijke spalk zoals die van Forrest Gump. Geen grijs, beige of kil omhulsel om nachten te overbruggen. Waarom zouden hulpmiddelen er in godsnaamafstotelijk en saai moeten uitzien? In overleg met het orthopedisch team kreeg ik bijzonder blitse spalk op maat. Die was voorzien van een hippe print, lichtblauw, met tientallen pinguïns. Zelfs mijn kinderen vonden het design geweldig en kregen zin om ermee te gaan lopen. Mama heeft maandenlang glimlachend haar veto gesteld. Anderhalf jaar lang heb ik mijn pinguïnpootje ‘redelijk consequent’ gedragen. Ik liet het hulpstuk finaal los, omdat een operatie uiteindelijk de betere keuze bleek. Mijn achillespees en kuitspier werden in het najaar van 2023 verlengd, mijn voet gecorrigeerd en de grote teen gefixeerd met stevig stukje plaat erin. Vaarwel ‘haperende voet’, voorgoed. Ik moest maanden revalideren na de ingreep, maar kan na 45 jaar wél mijn voetafrollen zoals iedereen dat doet. Ik stap zoals het hoort en blijf intussen intensief kine volgen. En de pinguïnspalk? Die hoeft niet meer, maar ze is te ‘cool’ om weg te gooien. Ik gaf ‘m een ereplaats in de slaapkamer. Misschien kijk ik binnenkort trouwens nog eens naar Forrest Gump. Al was het maar vanwege zijn geweldige levensmotto, dat niks met spalken te maken heeft: Life is like a box of chocolates. You never know what you’re gonna get. #eacdplus #EACD #eacd2024 #beperking #bewegen #spalk #inclusie Foto: BVE Podiumplezier “We zijn allemaal een beetje acteurs in dit leven”. Dat heeft topacteur Matteo Simonieens gezegd in een interview. En Matteo heeft gelijk, want wat doen we in het leven anders dan ons in alle omstandigheden redden, af en toe vallen, opstaan en weer doorgaan? Je zou kunnen zeggen dat acteren ieders levenswerk is. Ik heb er op mijn beurt een hobby van gemaakt, sinds ik een jaar of zestien was. Na een paar audities voor het jeugdtheater in Knokke-Heist, had ik in 1994 een ticket te pakken om mee te doen in een nieuwe productie: ‘Vanavond wordt er niet gespeeld’. We repeteerden maanden intensief en creëerden met regie en techniek een onvergetelijk stuk over groeipijnen en loslaten, in de breedste zin van het woord. Het was aftellen naar de opvoering, die twee keer een volle zaal opleverde. Je stapt als tieneracteur voor meer dan 400 mensen op een podium, zegt teksten op en beweegt in regie. Het vergt alles – om niet te zeggen: het is topsport. Met teksten studeren en reciteren had ik niet gek veel moeite. Maar over een podium stappen, of in het donker van de coulissen mijn weg zoeken: dat vergt net iets meer, omdat de helft van mijn lichaam gedeeltelijk verlamd is. En dan hebben we het nog niet over de trappen die ik tijdens de opvoering geregeld op en af moest. Het waren de enige momenten waarop ik me voor het publiek onzeker voelde. Er stond achteraan op de bühne een constructie, met meerdere treden en klapdeuren. Daaruit verdwenen en verschenen we. Ik zat er nooit mee in dat ik mijn tekst zou vergeten, wel dat ik een verkeerde stap zou zetten en van die treden vallen. Geloof me: dat wil je niet meemaken voor een volle zaal. Maar de theatergoden waren me genadig. De productie ligt intussen 30 jaar achter me. Ik herinner met 101 onvergetelijke momenten op de planken en speelde mijn rol zonder ‘struikelen’, bij wijze van spreken. Ik heb er vrienden voor het leven aan overgehouden. Zelfs nu nog komen we met ex-spelers van het jeugdtheater bijeen, voor een jaarlijkse ‘reünieproductie’. Niks zo heerlijk als theater maken. Ik heb me al spelend nooit beperkt gevoeld, ook niet nu ik al een veertiger ben. Als ik het podium weer op en af moet en vermoed dat een trapje nét iets te riskant, te smal of te steil is, dan vraag ik met een kwinkslag om hulp. Geen mens doet er moeilijk over. We kennen elkaar bij de theatergroep, we zien geen hindernissen. En we beleven we na al die jaren nog altijd hopen podiumplezier. “We zijn allemaal een beetje acteurs in dit leven”, dat zei Matteo Simoni dus. Een beperking maakt op de planken eigenlijk geen verschil, als je het creatief aanpakt en met bezieling speelt. Simoni zou vast knikken als hij het las. Toch? #eacdplus #EACD #eacd2024 #beperking #theater #cultuur #inclusie Foto: BVE (met regisseur Jan 😊) |